zaterdag 11 mei 2013

Een T-Kruising.

Aan de ene kant staat de menigte.
Joelend.
Treiterend.
Eisend.
Aan de andere kant staat een eenvoudige Nazarener.
Opgezwollen lippen.
Dikke oogleden.
Indrukwekkende beloften.
De een belooft aanvaarding,
de ander een kruis.
De een belooft pracht en praal, de ander belooft geloof.
De menigte daagt je uit: 'Volg ons en pas je aan.'
Jezus belooft:' Volg Mij en val op.'
Zij beloven je pleziertjes.
God belooft je redding...
God kijkt je aan en vraagt...
Wat kies jij?

dinsdag 7 mei 2013

3 bomen, 3 dromen



Lang geleden stonden er op een heuvel drie kleine bomen; ze stonden daar en droomden van wat ze later wilden worden wanneer ze groot waren.
De eerste kleine boom keek naar de sterren en zei: “Ik wil een schat bewaren. Ik wil bekleed worden met goud en gevuld met kostbare stenen. Ik word de mooiste schatkist in de hele wereld!”
De tweede kleine boom keek naar de kleine stroom die beneden voorbij kronkelde op weg naar de oceaan. “Ik wil over verre wateren reizen en machtige koningen vervoeren. Ik wil het machtigste schip ter wereld worden!”
De derde kleine boom keek naar de vallei daar beneden waar ijverige mannen en vrouwen aan het werk waren in een ijverig stadje. “Ik wil helemaal niet weg van deze heuveltop. Ik wil zo groot worden dat de mensen later, wanneer ze hier voorbijkomen en naar me kijken, hun ogen naar de hemel richten en aan God denken. Ik wil de grootste boom van de wereld worden!”
Er gingen veel jaren voorbij. De regen kwam, de zon scheen, de kleine bomen groeiden en groeiden. En op een dag kwamen de houthakkers de heuvel opgewandeld. De eerste houthakker keek naar de eerste boom en zei: “Dit is een prachtige boom. Het is echt de volmaakte boom voor mij”. En met een paar zwaaien van zijn blinkende bijl viel de eerste boom tegen de grond. “Nu gaan ze een mooie kist van mij maken; ik zal een kostbare schat bevatten”, dacht de eerste boom.
De tweede houthakker keek naar de tweede boom en zei: “Dit is echt een sterke boom. Een perfecte boom voor mij”. En met een paar zwaaien van zijn blinkende bijl ging ook die tweede boom tegen de grond. “Nu ga ik verre oceanen kunnen bevaren”, dacht de tweede boom. “Ik zal een groot schip worden dat machtige koningen vervoert”.
Maar de derde houthakker keek niet eens op. “Elke boom is goed voor mij”, gromde hij. En met een paar zwaaien van zijn blinkende bijl viel ook de derde boom om.
De eerste boom was blij toen hij in de werkplaats van de timmerman werd binnengebracht. Maar de timmerman maakte uit zijn hout een voederbak voor dieren. De eens zo fiere boom werd niet met goud bekleed en hij werd ook niet gevuld met een kostbare schat. Hij hing vol zaagsel en werd gevuld met hooi voor de hongerige dieren.
De tweede boom glimlachte toen de houthakker hem binnenbracht op een scheepswerf. Maar er werd die dag helemaal geen machtig zeilschip gebouwd. De eens zo sterke boom werd in stukken gezaagd en er werd een eenvoudige vissersboot mee gebouwd. Hij was te klein en te zwak om op oceanen, of zelfs op een stroom te varen. In de plaats daarvan werd hij naar een meer gebracht.
De derde boom was totaal in de war toen de houthakker hem in een paar grote stukken hakte en hij zo werd achtergelaten op een grote houtstapel. “Wat gebeurt er toch met me?”, dacht de eens zo machtige boom. “Al wat ik wilde was om op die heuvel te blijven staan en mensen naar God te wijzen”.
Er gingen weer heel wat dagen en nachten voorbij. De drie bomen waren hun vroegere dromen helemaal vergeten. Maar op een nacht werd de eerste boom verlicht door een helder sterrenlicht toen een jonge vrouw haar pasgeboren kind in die voederbak legde. “Ik had zo gehoopt dat ik een wiegje voor hem had kunnen maken”, fluisterde haar man. De moeder nam zijn hand in de hare en glimlachte omdat het licht zo mooi op dat vuile en ruwe hout scheen. Dit wiegje is prachtig”, zei ze. En plots besefte de eerste boom dat hij op dit moment de kostbaarste schat van de hele wereld bevatte.
Op een andere avond nam een vermoeide man met zijn vrienden plaats in de oude vissersboot. De man viel in slaap terwijl de tweede boom langzaam over het grote meer voer. Plots begon het te bliksemen en stak er een vreselijke storm op. De kleine boot kraakte. Hij wist dat hij niet sterk genoeg was om zoveel reizigers veilig door dit stormweer te vervoeren. De vermoeide man werd wakker. Hij stond recht, strekte zijn hand uit en zei: “Weest stil”. Toen ging de storm even plots liggen als hij was begonnen. En toen begreep de tweede boom dat hij de Koning van hemel en aarde mocht vervoeren.
Op een vrijdagochtend werd de rust van de derde boom ruw verstoord toen de twee stukken van zijn stam werden weggehaald van die grote houtstapel. Hij wist niet wat er gebeurde toen hij verder gedragen werd langs die woedende menigte. Hij sidderde toen de soldaten de handen en voeten van een man aan zijn stam vastnagelden. Hij voelde zich angstig, schuldig en ellendig. Maar de volgende zondagochtend, toen de zon opkwam en de aarde beefde van vreugde toen besefte die derde boom dat Gods liefde alles had veranderd. Het gebeuren had de derde boom sterk gemaakt. En iedere keer wanneer de mensen opkeken naar die boom zouden ze aan God denken. Dit was veel beter dan de grootste boom in de wereld te zijn. Hij was de boom die voor altijd naar de hemel mocht wijzen!
Wanneer je dus weer eens een keer in de put zit omdat je niet hebt gekregen wat je had verwacht, blijf dan rustig en wees toch gelukkig. Misschien heeft God wel iets veel beter voor jou in petto …
3 bomen- 3 dromen

vrijdag 3 mei 2013

Schoonheid in een doodskamp


Het is nauwelijks mogelijk om schoonheid te vinden in de dood. Het is zelfs nog moeilijker om schoonheid te vinden in een doodskamp. Met name in Auschwitz. In de Tweede Wereldoorlog zijn daar vier miljoen Joden aan hun eind gekomen. Een halve ton hoofdhaar is hun stille getuige. Ook de douches die gifgas sproeiden, staan er nog.
Maar tegenover alle gruwelijke herinneringen rond Auschwitz, staat er ook een die straalt van schoonheid. Dat is de herinnering van Franciszek Gajowniczek aan Maximilian Kolbe.
In februari 1941 werd Kolbe, een Franciscaanse priester, opgesloten in Auschwitz. In de wreedheid van het slachthuis bewaarde hij de gezindheid van Christus: Hij deelde zijn eten; hij gaf zijn slaapplek weg; hij bad voor zijn beulen. Je zou hem ‘de Heilige van Auschwitz’ kunnen noemen.
In juli van dat jaar vond er een ontsnapping plaats. In Auschwitz heerste de regel dat er tien gevangenen werden gedood voor iedere gedetineerde die ontsnapte. Alle gevangenen moesten zich dan op het centrale plein opstellen in het gelid en de commandant pikte er lukraak tien mannen uit. Deze slachtoffers werden linea recta naar een cel gebracht waar ze geen eten en drinken meer kregen, totdat ze stierven.
De commandant begint te selecteren. De een na de ander wordt naar voren gehaald om het sinistere quotum vol te maken. Het tiende slachtoffer is Gajowniczek.
Terwijl SS-officieren de nummers van de veroordeelden registreren, begint een van de ongelukkigen te snikken. ‘Mijn vrouw, mijn kinderen’, kermt hij.
De officieren draaien zich om als ze een beweging onder de gevangenen bespeuren. De bewakers brengen hun geweer in de aanslag. De honden staan op scherp, klaar om in actie te komen bij het commando ‘Attack!’ Een van de gevangenen heeft zijn rij verlaten en baant zich een weg naar voren.
Het is Kolbe. Geen spoor van angst op zijn gezicht. Geen aarzeling in zijn tred. De hoofdbewaker schreeuwt hem toe dat hij wordt neergeschoten als hij geen halt houdt. ‘Ik wil de commandant spreken’, zegt hij rustig.
Om miraculeuze redenen slaat of schiet de bewaker niet. Op een paar passen afstand van de commandant staat hij stil, neemt zijn hoed af en kijkt de Duitser in de ogen.
‘Herr Commandant, ik wil u een verzoek doen.’
Het is een wonder dat niemand hem neerschoot.
‘Ik wil sterven in plaats van deze gevangene.’ Hij wijst op de snikkende Gajowniczek. Het dappere, ongelooflijke verzoek komt zonder haperen over zijn lippen.
‘Ik heb geen vrouw en kinderen. Bovendien ben ik oud en nergens goed voor. Hij heeft een veel betere conditie.’ Kolbe kende de nazi-mentaliteit maar al te goed.
‘Wie ben jij?’ vraagt de commandant.
‘Een priester.’
Het hele gevangenenblok is met stomheid geslagen. De commandant is ongewoon sprakeloos. Na een kort moment blaft hij: ‘Verzoek toegestaan.’
Het was de gevangenen verboden om te spreken. Gajowniczek zegt: ‘Ik kon hem alleen met mijn ogen bedanken.
Ik was verbijsterd, het drong nauwelijks tot me door wat er gebeurde. De immensiteit van dit alles; ik, de veroordeelde, die mag blijven leven en iemand anders die vrijwillig zijn leven geeft voor mij: een vreemde. Is dit een droom?’
De Heilige van Auschwitz bleef het langst in leven van alle tien. Hij stierf ook niet als gevolg van uitdroging of uitputting. Hij overleed pas na een injectie met carbolzuur. Dat was op 14 augustus 1941.
Gajowniczek overleefde de Holocaust. Hij slaagde erin naar zijn woonplaats terug te keren. Maar elk jaar brengt hij een bezoek aan Auschwitz. Op 14 augustus is hij daar steensvast present om de man te danken die in zijn plaats is gestorven.
In zijn achtertuin staat een gedenkplaat; een gedenkplaat die hij eigenhandig van een inscriptie heeft voorzien. ‘Een eerbetoon aan Maximilian Kolbe, de man die stierf opdat ik kon leven.’
Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven.
Want bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede mens te sterven.
God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
Romeinen 5:6-8


dinsdag 26 maart 2013

Ik zie een bedelaar
zie jij Hem ook.
Hij hing daar op Golgotha
voor jou toch ook.

Hij vraagt, smeekt jou
om liefde en vertrouwen.
Hij gaf alles uit gena
opdat jij van Hem wilt houden.

Hij klopt aan je deur
van jouw kloppend hart,
stel Hem niet teleur
geef Hem niet nog meer smart.

Geef Hem de liefde van je hart
Hij gaf jou de Zijne.
Hij kijkt je aan, die bedelaar
en vraagt: "wordt jij de Mijne"?

maandag 11 maart 2013

Vlinder.

Een vlinder overleefde eens de winter.
Op het einde van een zeer warme zomer,
had hij zich verborgen op een zolder
van een oud huis.

Toen er nog sneeuw op de weilanden lag,
maar het ook steeds warmer werd,
kwam de vlinder tevoorschijn.
Kijk, zeiden de mensen, een vlinder.

Ze voelden weer de hoop
dat de lente gauw zal komen,
dat de oorlog voorbij zal gaan.
Dat alles open zal bloeien,
dat er weer een betere tijd zal komen.

Wie is die vlinder? vroeg iemand.
Zij is het verlangen in iedere mens,
de hoop die ons gaande houdt,
de hoop die ons verwarmt.
antwoorde de eerste zachte bries.

De Brugwachter

The Bridge

Het was in het jaar 1927 dat in de USA de grote crisis begon. Een jonge man, pas getrouwd, vertrok naar de stad om daar werk te gaan zoeken. 
Door de stad stroomde een rivier waarover een spoorbrug gebouwd was. 
Aan de ene zijde was een brugwachtershuisje gebouwd, waarin de brugwachter zat. Hij deed de brug open wanneer er schepen door moesten varen. De jonge man solliciteerde naar dit baantje en werd aangenomen. 

Met veel liefde deed hij dit werk. Na enige tijd werd in het gezin van 
deze brugwachter een zoontje geboren die zij Gray noemden. Toen Gray 
acht jaar was, nam zijn vader hem voor het eerst mee naar de brug en 
zei tegen hem: "Ik wil je laten zien hoe de brug werkt." 

Moeder gaf hun middageten mee. Het was een grote belevenis voor de jongen om te zien hoe alles werkte. Voor ze in het wachthuisje waren moesten ze over een smalle plank lopen, waaronder het mechanisme van de brug was. De hele morgen had Gray zitten kijken hoe de zeilschepen onder de brug doorvoeren en de treinen erover heen reden. De middagpauze kwam. Vader zei tegen hem: "We gaan naar beneden om ons brood op te eten." 

Terwijl ze zaten te eten, het was twaalf minuten voor twee, hoorde vader plotseling de fluit van de trein. De tijd was zo spoedig voorbij gegaan, samen met zijn zoon, dat hij de trein even vergeten was. Vader sprong op en zei tegen Gray: "Blijf jij hier zitten, ik ren naar boven om de knop in te drukken zodat de brug naar beneden zakt en de trein erover heen kan gaan." Hij had net de knop ingedrukt, waardoor de raderen in beweging kwamen en de brug naar 
beneden kwam, of hij hoorde een luide schreeuw van zijn zoon Gray: "Vader help mij!" 
Het was de brugwachter niet opgevallen dat de kleine Gray hem was nagelopen. 

Toen de jongen over de smalle plank liep, was hij zijn evenwicht verloren en naar beneden gevallen. Hij was op het grote stalen kamrad gevallen, waarvan de raderen weer in een ander rad grepen. Vader zag hoe zijn kind steeds dichter bij de in elkaar grijpende tanden van de raderen kwam. 

In een fractie overlegde de brugwachter wat te doen. Zijn zoon redden en de knop weer indrukken zodat de brug open bleef staan, of...
Plotseling dacht hij aan de vierhonderd passagiers in de trein. Hij moest een beslissing nemen. Zijn zoon redden, of die 400 mensen, die anders allemaal de dood zouden vinden in de rivier. 

Terwijl hij daarover nadacht, hoorde hij weer de schreeuw van zijn zoon, maar de vader wist dat hij nu niet zijn vaderhart mocht laten spreken, omdat hij die mensen redden moest. Hoe vreselijk het ook was, maar hij moest z'n zoon laten sterven. Hij hoorde zijn zoon Gray schreeuwen toen hij gedood werd door de in elkaar grijpende 
tanden van de kamraderen. Op dat moment stond de brug in de goede positie voor de aansnellende trein. 

Het hart van de vader was verscheurd en hij schreeuwde het uit. Toen kwam de trein voorbij. 
Hij zag de conducteur die op zijn horloge keek... 
Hij zag een man in de trein zitten die zijn pijpje rookte... 
Een ander las in de krant... 
In een volgende wagon zag hij mensen bij elkaar staan, zij maakte grappen en lachten... 
Hij zag kinderen heen en weer lopen en spelen... Sommigen aten een ijsje...
En oh, hij ging bijna door de grond heen, hij zag een jongen die er precies zo uit zag als zijn eigen zoon. De brugwachter had wel voor ieder raam willen gaan staan en uitroepen: 
"Mensen, kinderen, beseffen jullie dan niet dat dit mijn eigen zoon zijn leven heeft gekost?" 

Maar zij hadden geen enkel vermoeden van wat daar beneden had plaatsgevonden. En daarom bewoog het hun helemaal niet, daarom was ieder bezig met z'n eigen dingen. De vader zei: "Mijn hart is verscheurd en heeft gebloed. 0h, hadden deze mensen er maar een voorstelling van hoeveel het mij gekost heeft om deze trein door te laten gaan en hun het leven te redden." 

Dit verhaal is waar gebeurd en ik hoor je al zeggen: Dat is toch wel een wonderlijke liefde...

Nou, dat mogen we ook wel zeggen. ledereen die dit leest kan begrijpen hoe het hart van deze brugwachter heen en weer is geslingerd, hoe moeilijk deze keuze was, hoeveel pijn en verdriet dit gekost heeft...
Met wat voor een gevoel hij al die mensen heeft bekeken die er totaal geen weet van hadden hoe groot het offer is geweest dat die vader en die zoon gebracht hadden om die mensen te kunnen laten leven. 

Maar misschien vermoed je al iets, dit verhaal staat niet op zichzelf. Het is niet alleen waar gebeurd, het is ook een prachtige verwijzing. 

Het doet ons namelijk denken aan hetgeen de apostel Johannes gezegd heeft: 
"Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, 
dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, 
opdat wij zouden leven door Hem"
         (1 Johannes 4:9) 

En de bekende tekst uit Johannes 3:16, namelijk: 
"Want alzo lief heeft God de wereld gehad 
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft 
opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderven, 
maar het eeuwige leven hebben.
" 

Je kunt een voorzichtige vergelijking maken met het verhaal van de brugwachter en de kruisiging. Niemand in de trein heeft ooit beseft hoe groot het offer was van de brugwachter om alle levens te redden. Ook wij kunnen met al ons verstand niet weten en beseffen hoe groot het offer is geweest van God de Vader die Zijn Zoon overgegeven heeft in de dood, opdat wij behouden zouden worden. Het offer is gebracht en wij mogen in genade leven.

Nu kun je voorbeelden zoals deze van de Brugwachter natuurlijk nooit totaal toepassen op de waarheid, maar een klemmende vraag wordt toch wel duidelijk door deze geschiedenis: 
Wat is mijn houding tegenover die Goddelijke Vader die Zijn eigen Zoon liet verbrijzelen tussen de raderen van het 
oordeel over de zonde opdat ik van de zonde verlost zou kunnen worden? 

God liet liever Zijn eigen Zoon sterven aan het kruis op Golgotha, dan mensen die in de trein van het leven op weg zijn naar de ondergang, geen middel ter verlossing te schenken. 

Ben jij je ervan bewust dat Jezus Zijn leven heeft gegeven voor jou? Of ben jij iemand die rustig doorslaapt in de trein en het levensreddende offer links laat liggen?

Soms vergeten we het, maar het offer dat Jezus gaf aan het kruis is ook voor jou persoonlijk. Als je dat gelooft, dank God dan, dat Hij dit voor jou gedaan heeft... want God bedanken is toch wel het minste dat we voor Hem kunnen doen?

dinsdag 26 februari 2013

De gebarsten emmer


De gebarsten emmer


Een waterdrager in India had twee grote emmers; elke emmer hing aan één kant van een juk dat hij over zijn schouders droeg. Eén van de emmers had een barst en de andere emmer was in perfecte staat. Terwijl die tweede emmer aan het einde van de lange weg tussen de rivier en het huis van de meester een volle portie water afleverde was tegen die tijd de gebarsten emmer nog maar halfvol.
Dat ging zo twee volle jaren verder. De waterdrager leverde altijd maar anderhalve emmer water af in het huis van zijn meester. Natuurlijk was de goede emmer bijzonder trots op zijn prestaties omdat hij perfect voldeed voor het doel waarvoor hij gemaakt was. Maar de arme gebarsten emmer was beschaamd om zijn gebrek en voelde zich ellendig omdat hij maar de helft kon presteren van wat je van hem had mogen verwachten. Nadat hij zich zo twee jaar lang als een mislukking had beschouwd begon hij op een dag bij de rivier tegen de waterdrager te praten.
“Ik ben beschaamd over mezelf en ik wil me bij jou verontschuldigen.”
“Waarom?”, vroeg de waterdrager. “Waarom ben je beschaamd?”
“Omdat ik de laatste twee jaar slechts in staat ben geweest om maar een halve portie water af te leveren. Door die barst in mijn zijwand verlies ik voortdurend water onderweg naar het huis van je meester. Door mijn falen moet jij zo hard werken en krijg je niet het volle loon voor je inspanning”, antwoordde de emmer.
De waterdrager kreeg echt medelijden met de oude gebarsten emmer; hij wilde hem troosten en zei: “Als we dadelijk teruggaan naar het huis van mijn meester moet je eens goed op die prachtige bloemen letten aan de kant van de weg”.
En inderdaad: toen ze de heuvel opliepen zag de gebarsten emmer de prachtige wilde bloemen langs de kant van de weg en dat bracht hem toch een beetje troost. Maar aan het einde van de reis voelde hij zich toch weer ongelukkig omdat de helft van het water weer was weggelopen en hij verontschuldigde zich opnieuw bij de waterdrager omdat hij weer gefaald had.
De waterdrager bekeek de emmer en zei: “Heb je dan niet gezien dat er alleen maar bloemen groeien langs jouw kant van de weg en niet langs de kant van de andere emmer?
Dat komt omdat ik altijd al wist dat je een beetje lekte en ik heb daar mijn voordeel mee gedaan. Ik heb bloemzaadjes geplant aan jouw kant van de weg en elke keer we terugkwamen van de rivier heb jij ze water gegeven
En zo heb ik twee jaar lang telkens prachtige bloemen kunnen plukken om de tafel van mijn meester mee te versieren. Als jij niet zou zijn zoals je nu eenmaal bent dan zou zijn huis er nooit zo prachtig uitzien.”
En zo heeft ieder van ons zijn eigen “lekken”. We zijn allemaal gebarsten emmers. Maar als wij er open voor staan dan zal de Heer ons falen kunnen gebruiken om de tafel van Zijn Vader op te fleuren.
In Gods grote plan gaat er nooit iets verloren. Wanneer je dus een manier zoekt om elkaar te dienen en als God je voor een bepaalde taak heeft geroepen, maak je dan geen zorgen om je zwakke punten. Wees je er wel van bewust maar geef Hem de mogelijkheid om er Zijn voordeel mee te doen en zo kan jij ook meewerken aan schoonheid langs Zijn weg.
Ga dapper voort en weet dat we in onze zwakheid Zijn sterkte ervaren.

vrijdag 22 februari 2013

Is Jezus niet ons voorbeeld?
Tevreden met zijn baan als timmerman. Niet geïrriteerd dat hij verward werd met de tuinman.
Hij diende zijn volgelingen door hen de voeten te wassen. Hij doet hetzelfde bij ons. Elke dag geeft Hij ons schoonheid. Elke zondag nodigt Hij ons uit in zijn huis. Elk moment van de dag woont Hij in ons hart. Heeft Hij niet gesproken over een dag waarvan Hij zei : ` Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan de tafel nodigen en hen bedienen.' ( Lucas 12:37)
Als Jezus ons zo graag eer wil bewijzen, kunnen wij dat dan ook niet doen voor anderen?
Laten we anderen op de eerste plaats stellen. Aanvaard jouw aandeel in zijn plan. Als mensen voor je applaudisseren, laat anderen daar dan ook in delen. En het belangrijkste van alles is wel dat je anderen hoger acht dan jezelf. Dat doet liefde.

zaterdag 9 februari 2013

God houdt van jou.

Anderen houden van je om wie je bent.
Omdat je kuiltjes in je wangen krijgt als je lacht, of omdat je zulke leuke dingen zegt als je flirt.
Er zijn mensen die van je houden omdat jij jij bent.
God niet. Hij houdt van je omdat Hij Hij is. Hij houdt van je omdat Hij dat wil.
Uit zichzelf, zelfs als er helemaal geen reden voor is.
Met zijn hele hart en met een voortdurende en onveranderlijke liefde.
Daar heeft Hij bewust voor gekozen.

maandag 4 februari 2013

Bouwen aan je (levens)huis


Een oude timmerman was aan zijn pensioen toe. Hij vertelde zijn baas van zijn plannen om de bouw te verlaten en het kalmer aan te gaan doen, samen met zijn vrouw en familie. Hoewel hij in inkomen achteruit zou gaan, zou hij het wel redden en hij was er sowieso aan toe.
Zijn baas vond het jammer zo’n goede kracht te zien vertrekken en vroeg of hij nog één huis wilde bouwen, als een persoonlijke gunst. De timmerman ging akkoord maar het werd al snel duidelijk dat zijn hart er niet in zat. Het werd tamelijk rommelig gebouwd, en ook het materiaal was niet echt geweldig. Zijn loopbaan had een betere afsluiting verdiend.
Toen het huis klaar was, kwam zijn baas het inspecteren. Hij gaf de sleutel aan de timmerman en zei: “Dit is jouw huis, mijn cadeau voor jou.” De timmerman was geschokt en schaamde zich. Als hij had geweten dat hij dit huis voor zichzelf bouwde, had hij het heel anders aangepakt.
Zo is het ook met ons. We bouwen ons levenshuis, dag voor dag, en vaak stoppen we er niet onze beste krachten in. Wat een schok als we tot de ontdekking komen dat we in het huis moeten leven dat we hebben gebouwd! Als we het over konden doen, hadden we het vast anders gedaan. Maar we kunnen niet terug.
Jij bent de timmerman. Elke dag sla je een spijker, plaats je een plank, of stel je een kozijn. “Het leven is een doe het zelf project”, heeft iemand eens gezegd. Jouw houding en de keuzes die je vandaag maakt, bouwen het ‘huis’ waar je morgen in leeft. Bouw dus met verstand!
Werk alsof je het geld niet nodig hebt
Heb lief alsof je nooit gekwetst bent
Dans alsof niemand kijkt.

maandag 28 januari 2013

GOD KIJKT NAAR JOUW LEVEN.

God kijkt naar jouw leven op de manier zoals jij naar een film gaat waarvan je het boek al hebt gelezen. Als er iets naars gebeurt dan merk je in de bioscoop hoe iedereen de adem inhoudt.
Het publiek kijkt gespannen naar het drama dat zich afspeelt op het scherm.
Maar jij weet dat het goed afloopt. God kijkt met datzelfde vertrouwen naar jou leven.
Hij kent jouw levensverhaal, want Hij heeft het zelf geschreven.
Zijn perspectief is heel anders en Hij heeft een duidelijk doel met alles.


Mijn plan met jullie staat vast, spreekt de Heer.
Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk:
Ik zal je een hoopvolle toekomst geven.

woensdag 23 januari 2013

Hemelse telefoonlijn

Ik weet niet of het jou bekend is, dat er een telefoon bestaat,
die draadloos vanuit de aarde, rechtstreeks de hemel ingaat
Ga jij maar een op je knieën, dan gaat in de hemel een bel
en kun je rustig spreken, God hoort jouw stem wel.
Jij zult het snel bemerken, de lijn is altijd vrij
en verkeerd verbonden is er in het Huis van God niet bij.
Misschien is door niet te geloven, de verbinding stukgegaan
en heb jij dit Hemeltoestel verwaarsloosd laten staan.
Jouw hart is het toestel en je kunt zonder voorbereiding,
op elk tijdstip van de dag, gebruik maken van de leiding.
Hij wil naar jou luisteren en zegt nooit “maak het kort”,
Hij blijft aan de lijn tot jij jouw hart hebt uitgestort.
Als de Vader met zijn kind spreekt, luistert Hij met open oor.
Hij wil voor zijn kind het beste, daar is Hij vader voor.
Controleer maar eens jouw toestel en maak het storingsvrij.
Jouw Vader in de hemel, is dan ontzettend blij.
Je hoeft geen angst te kennen voor een Vader die jou altijd ziet.
Hij is op elk moment aanwezig, in vreugde en verdriet.

Weet jij eigenlijk wel wat bidden is?

Dat is heel vertrouwd,
gewoon even praten met Iemand die van jou houdt.

dinsdag 22 januari 2013

Biedt zich aan: GeneesHeer

Gods huis is geen museum van heiligen
maar een ziekenhuis voor zondaren.
Christus is geen conservator van heiligenbeelden
maar een heelmeester voor zieke mensen.

zaterdag 19 januari 2013

Zo zijn onze manieren

De School, Kerk en Gezin week wordt elk jaar in januari gehouden. Met deze week willen we de geloofsopvoeding van onze kinderen centraal stellen. Dit jaar staat, op verzoek van het schoolbestuur, de liturgie in de kerkdienst centraal. Het thema is dan ook “Zo zijn onze manieren”.
In de kerkdienst gebeurt veel. En alles heeft een bedoeling. Maar het is wel belangrijk dat onze kinderen leren waarom we de dingen doen zoals we ze doen. Dan pas kunnen ze het ook waarderen en overnemen. Zodat God in de kerkdienst de eer krijgt die Hem toekomt.
Op woensdagmorgen zijn alle kinderen uit groep 5 te gast in de kerk. Ze krijgen dan een rondleiding door de dominee.
Op woensdag 23 januari wordt u als opvoeders uitgenodigd voor een opvoedingsavond in de Joh. Calvijnschool. De avond begint om 20.00 uur. Vanaf 19.45 uur is er koffie. Voor deze avond hebben we Joke Bosch uit Amersfoort uitgenodigd. Zij heeft voor deze avond als thema gekozen: “Spreken is zilver, zwijgen is goud”. U bent van harte welkom.
In de Joh. Calvijnschool is nog een activiteit waar u (met de kinderen!!) van harte welkom bent, namelijk de Sing-in. Op vrijdag 25 januari gaan we om 19.00 uur een uurtje liederen rond het thema zingen o.l.v. de muziekgroep.
Op zondagmorgen is om 9.30 uur de afsluitingsdienst in de Grote Kerk. We hopen dan gezamenlijk de themaweek af te sluiten. Om 9.15 uur beginnen we alvast met het zingen van enkele liederen. Ook in de Meente en de Bethelkerk (HHK) zal aandacht aan het thema worden gegeven.
Door op deze link te klikken, kom je bij de liederen van de themaweek. Kun je fijn thuis meezingen: http://www.hervormdjeugdwerk.com/global/nl/skg

vrijdag 18 januari 2013

God houdt van je, persoonlijk, passioneel, krachtig.
Anderen beloofden maar kwamen niet na.
Maar wat GOD belooft, doet HIJ ook.
HIJ houdt van je met eeuwigdurende liefde.